Het rondetafelgesprek ‘Een duurzaam, gezond, slim, wendbaar én kostenefficiënt gebouw’ legde de nadruk op de grote diversiteit uitdagingen die spelen bij verduurzaming. Hoe combineer je zo'n wensenlijst met een beperkt budget en ontwikkel je gelijktijdig vastgoed- en eindgebruikerwaarde?
Deelnemers aan de rondetafel waren Hetty ten Kate en Harmien Ziengs van gemeente Steenwijkerland, Henri van Ommen van het Kröller-Müller museum, Simon Snapper van Hanzehogeschool, Alexander Lindeboom van Heijmans, Fred van der Hilst van Luchtverkeersleiding Nederland en Sanne Habets – van Meegdenburg van VGZ.
Een rondgang maakt duidelijk hoe deze deelnemers aan de slag zijn met de toekomstbestendigheid van hun vastgoed. Habets laat weten dat het hoofdkantoor van VGZ in Arnhem werd bestempeld als gezondste kantoor van Nederland. Van Ommen vertelde op zijn beurt dat het gebouw van het Kröller-Möller museum aan een upgrade toe is. En Snapper gaf aan dat de Hanzehogeschool met 28 verschillende gebouwen een diverse duurzaamheidsaanpak nodig heeft. Die situaties komen bekend voor bij gemeente Steenwijkerland, die naast het eigen gemeentehuis nog eens 100 andere panden heeft. Van der Wilst liet weten dat de label C-verplichting die vanaf 2023 voor kantoren geldt al een flinke uitdaging is voor de gebouwen van Luchtverkeersleiding.
Voor een grote variëteit aan gebouwen zijn er uiteenlopende verduurzamingsopgaven. Om het gebouw slim, gezond, energiezuinig te maken, bijvoorbeeld. Dat kan overweldigen. Lindeboom: “Daardoor stellen we uit en dat is niet nodig. We kunnen met kleine stappen beginnen. De urgentie is er ook om niet af te wachten. Zo worden professionals kritischer bij het selecteren van een werkgever en overwegen millenials om weg te gaan, als bedrijven duurzaamheidsambities niet tot wasdom brengen.”
Drie pijlers
Om inspiratie te geven hoe je de vertaling van strategie en beleid naar praktijk maakt, illustreerde Habets – van Meegdenburg hoe VGZ dit aanpakt: “Aan de hand van drie pijlers onderzoeken we hoe een initiatief scoort. Die onderwerpen zijn duurzaamheid, people first en scherpe premies. Die onderwerpen speelden ook bij de beslissing om naar een ander, duurzamer gebouw te gaan. Een toekomstbestendig en gezond gebouw betekent voor ons dat we een sterkere positie hebben in de war for talent. Een duurzaam kantoor is een magneet voor het aantrekken van professionals.”
De winst die een toekomstbestendig gebouw meebrengt om geschikt personeel te hebben en te houden, herkennen de deelnemers. Toch is verduurzaming niet altijd een eenvoudige en logische vervolgstap. Van Ommen: “We lopen tegen grenzen aan, bijvoorbeeld bij monumentale panden. Dat kun je niet slopen en opnieuw opbouwen.” Ziengs voegt toe: “We hebben te maken met ontwikkelingen in het politieke landschap. Investeren in eigen panden staat niet bovenaan het lijstje.” Daarnaast gaf Ten Kate aan dat het af en toe lastig is om duurzaamheid kwantificeerbaar te maken, bijvoorbeeld als het gaat om de winst die een gezond binnenklimaat brengt.
Kwantificeerbaar en financieel
Voor Lindeboom zijn het herkenbare vraagstukken, die aangaf dat het niet mogelijk is om alle waarden financieel te maken. “Tegelijkertijd zorgen zowel onderzoeken als bewijslast uit de praktijk ervoor dat er meer duidelijkheid is over hoe een gezond gebouw bijdraagt aan een verhoging van productiviteit. We gaan naar een realiteit toe waarin we niet alleen vastgoedwaarde, maar ook eindgebruikerswaarde definiëren. Om dat kwantificeerbaar en financieel te maken, dragen we graag een steentje bij.”